Wachten op het voorjaar

Elk jaar als de feestdagen voorbij zijn, ik alles opgeruimd heb en het zo half januari is, begint het te borrelen in mij. Dan verlang ik enorm naar het voorjaar.
Dan ben ik het donkere, grauwe en natte weer zo moe.
Ik loop elke dag naar buiten om te kijken of er in de dorre wereld al nieuw leven te vinden is en of het fluiten van de vogels al een beetje naar voorjaar klinkt. En als ik goed kijk, zie ik de eerste tekenen en langzaam zal er meer komen…
Ik wil lichte spullen in mijn winkel en ik maak een plekje vrij voor voorjaarsbloemen.
Ik weet het, ’t is nog lang geen lente, maar wel in mijn hoofd.
En zo valt het extra tegen als ik in de vroege natte ochtend in het donker op inkoop ga.
Ik heb moeite met opstaan, het is alsof mijn laatste reserves bijna op zijn.
Als ik eenmaal onderweg ben is het oké, en zo rijden in het donker droom ik van het voorjaar dat snel zal komen… over een tijdje.
Vandaag ga ik niet naar mijn vaste adresjes, maar heb ik gekozen voor een overdekte buitenmarkt.
het is er niet druk, weinig aanbieders en weinig klanten. Alsof iedereen zo’n beetje aan het laatste restje energie bezig is.
Ik vind nauwelijks iets leuks voor mijn winkel en als ik mij om wil draaien om weg te gaan, zie ik hem staan, de prachtige houten kroon. En wat een mooie kleuren. Ik krijg het gelijk warm en in gedachten zie ik hem tussen de voorjaars brocante en antiek op mijn open dagen op 21 en 22 maart staan.
Op het moment dat ik tegen de verkoper zeg dat ik de kroon wil voor het gevraagde bedrag, kijk ik de teleurgestelde ogen van de man vlak naast mij.
Ik begrijp dat hij deze kroon ook wilde, maar dat ik hem voor was.
Nu ben ik het die aan de andere kant staat, dat gebeurt bijna nooit. Meestal ben ik degene die teleurgesteld is omdat iemand mij voor was en dan ook nog op een brutale manier.
Maar ik kroop niet voor of griste de kroon niet voor iemand anders weg. Ik was gewoon net even eerder dan deze meneer. Zijn teleurstelling is zo goed voelbaar, dat ik op het punt sta om te zeggen: ‘neem jij hem maar’. Dan zegt een stemmetje in mij: ‘dat hoef je niet te doen, dit is gewoon eerlijk gegaan.’ En zo gebeurt het dat ik netjes naar de meneer knik zonder al te blij te kijken, de verkoper gedag zeg en met de kroon richting auto loop. Ik kan nog net een vreugdesprongetje bedwingen. Dit voelt als lente…
Wat zal hij mooi staan tussen alle spullen tijdens mijn voorjaars open dagen op 21 en 22 maart. Dat duurt ook nog een tijdje, net als de lente. Tot dan bewaar ik hem.
En toch, telkens als ik naar hem kijk, zie ik opnieuw de teleurgestelde ogen. Ik weet zo goed hoe het voelt. Maar een andere keer heeft hij vast ook geluk.
En ik wacht op het voorjaar…

Laat een reactie achter

Opmerkingen moeten worden goedgekeurd voordat ze worden gepubliceerd